Sharon Ponsteen

Sharon Ponsteen

Onduidelijkheid over registratiebeleid arbeidsmigranten in Overijsselse gemeenten

Naar schatting hebben een kleine 20.000 arbeidsmigranten een woonplek in de provincie Overijssel gevonden. Exacte aantallen ontbreken, omdat lang niet alle arbeidsmigranten staan ingeschreven in de gemeente waar zij verblijven. Overijsselse gemeenten kennen dit probleem, maar het overgrote deel onderneemt vooralsnog geen actie. “Het is belangrijk deze problematiek serieus te nemen. Je moet er toch niet aan denken dat er in een pand brand uitbreekt en daar arbeidsmigranten verblijven waarvan dat niet bekend is.”

Door de inzet van arbeidsmigranten is een online besteld pakketje de volgende dag nog in huis, ligt er groente en fruit van Nederlandse bodem in de schappen van de supermarkten en worden tekorten aan mankracht op bouwplaatsen opgevuld. Het aantal arbeidsmigranten in Overijssel groeit sinds 2010 gemiddeld 10 procent per jaar en dat aantal zal de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid alleen maar groter worden.

In opdracht van de provincie Overijssel is er onderzoek gedaan naar het aantal arbeidsmigranten en naar de ontwikkeling en de knelpunten op het gebied van huisvesting. De resultaten daarvan zijn verwerkt in het rapport ‘Onderzoek huisvesting arbeidsmigranten Overijssel’ dat in januari 2020 is uitgebracht. Volgens een woordvoerder van Gedeputeerde Staten hebben een aantal gemeenten dit rapport als input gebruikt voor gemeentelijk beleid ten aanzien van arbeidsmigranten.

De redactie vroeg de 25 gemeenten in Overijssel aan de hand van een vragenlijst wat ze met het rapport hebben gedaan. Van 18 gemeenten is input ontvangen, de overige 7 gemeenten hebben, ondanks herhaaldelijk verzoek, niet gereageerd. Opmerkelijk is dat Tubbergen, Dinkelland en Dalfsen aangeven niet bekend te zijn met het rapport. De gemeente Twenterand geeft in eerste instantie aan het rapport ook niet te kennen, maar laat later weten dat het rapport inmiddels is doorgelezen.

Registratie BRP
Iedere gemeente in Nederland houdt in een eigen administratie gegevens bij van haar inwoners. Alle administraties van alle gemeenten samen vormen één grote databank: de BRP. Iemand die verkeerd geregistreerd staat, kan dit gebruiken om bijvoorbeeld (belasting)schulden en boetes te ontwijken of te frauderen, maar kan ook ‘onzichtbaar’ zijn waardoor hulp niet geboden kan worden.  Arbeidsmigranten die langer dan vier maanden in Nederland werken, moeten zich ook inschrijven in de BRP. Dat gebeurt lang niet altijd.

Arbeidsmigranten zijn voor informatie over inschrijving in de BRP vaak afhankelijk van hun werkgever, in veel gevallen een uitzendbureau. Maar ook gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gegevens in de BRP. Een van de aanbevelingen in het rapport is dan ook een extra stevige inzet op een striktere registratie van arbeidsmigranten in de BRP. Volgens een woordvoerder van Gedeputeerde Staten is dit een gemeentelijke verantwoordelijkheid waar de Provincie verder geen rol in heeft.

Van de 18 gemeenten geven Wierden, Twenterand, Staphorst en Zwolle aan dat zij zicht hebben op het aantal arbeidsmigranten in hun gemeente. Een woordvoerder van de gemeente Twenterand laat weten: “Zoals ook uit het rapport is op te maken, is de huisvesting voor arbeidsmigranten een relatief klein probleem in Twenterand. De Twenterandse cultuur is te typeren als een ‘hands-on’ cultuur. Dit houdt in dat als er problematieken spelen betreffende arbeidsmigranten, dit snel in beeld is bij de gemeente. Hierdoor kan er in veel gevallen snel en adequaat worden gehandeld.”

De overige gemeenten geven aan dat zij niet volledig in beeld hebben hoeveel arbeidsmigranten er in hun gemeente wonen. “Het is lastig die gegevens boven water te krijgen” en “niet iedere werkgever kan hiervoor benaderd worden”, wordt geschreven. 

Het aantal arbeidsmigranten in Overijssel is dus gebaseerd op schattingen. Om inzicht te krijgen in de aard en omvang van de huisvestingsopgave is het belangrijk zicht te hebben op het exacte aantal arbeidsmigranten en de plek waar zij wonen. Dat meldt ook het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emiel Roemer, dat eerder door het demissionaire kabinet werd aangesteld.

Toch zetten, nu bijna anderhalf jaar later, vooralsnog slechts twee gemeenten in Overijssel in op een striktere registratie in de BRP; Kampen en Zwartewaterland. Almelo verricht op dit moment aanvullend onderzoek, de overige gemeenten moeten dit nog beleggen of wachten op stappen die ondernomen worden vanuit de Provincie of het Rijk.

Inventarisatie arbeidsmigranten
“En dat terwijl registratie juist zo belangrijk is”, zegt Rene Sueters, projectleider arbeidsmigranten voor de gemeente Kampen en Zwartewaterland. Volgens Sueters kampt iedere gemeente met deze problematiek, maar wordt dat nog niet altijd erkend. “De ene gemeente zal meer met arbeidsmigranten te maken hebben dan de andere, maar je weet pas hoeveel het er zijn als je er onderzoek naar hebt gedaan.”
In Kampen is er veel tuinbouw waar arbeidsmigranten ingezet worden. Sueters: “De gemeente wilde meer inzicht in deze problematiek en een oplossing voor het huisvestingsprobleem. In Zwartewaterland ondervond men overlast, soms vanuit andere plaatsen, en is besloten dat er beleid moest komen.”

Sueters is voor een dag in de week als projectleider aangesteld. Uit het rapport van de Provincie blijkt dat Kampen 440 geregistreerde arbeidsmigranten heeft, maar een willekeurig belletje langs tien tuinders leverde al 418 arbeidsmigranten op. “En dat zijn lang niet alle tuinders in de Koekoekspolder”. Arbeidsmigranten worden op geen enkele wijze zodanig geadministreerd dat de gemeente er zicht op heeft. “Dat moet anders.”

Ook in Almelo wordt er aanvullend onderzoek verricht. Almelo is naast Enschede, Deventer, Zwolle en Hengelo een van de belangrijkste woongemeenten voor arbeidsmigranten in de provincie Overijssel. ‘We willen beter inzichtelijk krijgen hoeveel arbeidsmigranten werkzaam zijn binnen de gemeente en hoe en waar zij gehuisvest zijn. Het startpunt van dit onderzoek is het rapport ‘Huisvesting arbeidsmigranten in Overijssel’, laat een woordvoerder eind maart weten. “De aantallen arbeidsmigranten die hierin voor Almelo zijn genoemd, worden getoetst aan de hand van gesprekken met interne partijen zoals de wijkregie en gesprekken met bedrijven en uitzendorganisaties.” Het onderzoek zou begin mei afgerond zijn, maar de woordvoerder laat desgevraagd weten dat ondanks eerder geschetste verwachtingen het onderzoek nog niet is afgerond. Een einddatum kan niet worden gegeven.

Er zijn gemeenten die aangeven dat de registratieproblematiek geen of een beperkte rol speelt. Zo laat de gemeente Oldenzaal weten dat hun gemeente geen specifieke huisvesting voor arbeidsmigranten kent. ‘We hebben het beeld dat er op dit moment in Oldenzaal geen sprake is van misstanden in huisvesting van arbeidsmigranten. De huisvestingsopgave voor arbeidsmigranten is een regionale opgave en het is wat ons betreft dan ook niet wenselijk om het vraagstuk enkel binnen onze gemeente op te pakken.’

Volgens Michiel van der Heijden, projectmanager bij Bureau Legitiem, is het lastig om te spreken over aantallen als er geen gericht onderzoek is verricht. Bureau Legitiem voert in opdracht van Nederlandse gemeenten inventarisaties uit om de verblijfadressen van arbeidsmigranten in beeld te krijgen. Het is volgens Van der Heijden van groot belang dat alle gemeenten deze problematiek serieus nemen: “Als slechts enkele gemeenten werk maken van scherp beleid en toezicht, merken omliggende gemeenten dat. Huisvesting wordt dan een gemeente verderop gezocht met minder scherpe regelgeving. Hierdoor ontstaat een waterbedeffect.”

Voordelen juiste registratie
“Het zijn met name de kleine en middelgrote gemeenten die een onderzoek laten uitvoeren naar de verblijfadressen van arbeidsmigranten”, laat Van der Heijden weten. “Het is een intensief traject en het ontbreekt deze gemeenten aan voldoende capaciteit om het onderzoek zelf uit te voeren.”

Toezichthouders van Bureau Legitiem bezoeken verblijfslocaties en brengen in kaart wat de capaciteit en bezetting van een accommodatie is. “Het volledig gemeentelijk grondgebied wordt onderzocht. Er wordt genoteerd wie er verblijft en wie de verblijfsbieder is.” Wantoestanden worden volgens Van der Heijden meteen gemeld. “Denk aan onhoudbare woonsituaties, uitbuiting, mensenhandel of drugsgerelateerde bevindingen. De controles geven een breder beeld dan alleen een correcte opgave in de BRP.” Bovendien biedt Bureau Legitiem de mogelijkheid mensen ter plekke in te schrijven in de BRP. “Door deze versnelde procedure ligt er minder druk op een gemeente.”

Van der Heijden legt uit dat juiste registratie enerzijds van belang is voor de kwaliteit van de gemeentelijke basisregistratie personen (BRP) en anderzijds voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. “Met iedere geregistreerde inwoner in de BRP stijgt de uitkering van het Rijk.”

Andere voordelen van een juiste registratie zijn er volgens hem legio: “Geen spookbewoning, geen oneigenlijke leegstand, het tegengaan van illegale praktijken en het voorkomen van een ramp bij bijvoorbeeld een branduitbraak. Je moet er toch niet aan denken dat er in een pand brand uitbreekt en daar arbeidsmigranten verblijven waarvan dat niet bekend is.”

Weigering inschrijving en toeristenbelasting
Desondanks zetten niet alle gemeenten in op een striktere registratie. In het landelijk rapport van het Aanjaagteam is te lezen dat gemeenten arbeidsmigranten weigeren in te schrijven op een locatie die geen woonbestemming heeft. Hierdoor is er geen zicht op de daadwerkelijke verblijfsplaatsen van arbeidsmigranten. Gemeenten hebben een wettelijke inschrijvingsplicht, ongeacht de bestemming van het object van verblijf, zo staat vermeld in het rapport. Er is angst dat door registratie wonen op een niet-woonbestemming wordt gelegitimeerd, waardoor er rechten zouden ontstaan. In de praktijk leidt dit tot het niet registreren van arbeidsmigranten die bijvoorbeeld op vakantieparken of op bedrijfslocaties verblijven.

Van der Heijden herkent dat beeld. “In ons geval geldt dat een eventuele handhavingsactie ervoor kan zorgen dat er per direct voor arbeidsmigranten vervangende woonruimte moet worden geboden door de gemeente. Door een groot gebrek aan woonruimte kan daaraan vaak niet worden voldaan. Als escape wordt hiervoor dan vaak een overgangsregeling opgesteld.”

Veel gemeenten heffen toeristenbelasting over het verblijf van arbeidsmigranten. Van der Heijden: “Arbeidsmigranten die korter verblijven dan vier maanden kunnen in de heffing toeristenbelasting worden betrokken. Bij verblijf langer dan vier maanden moet een arbeidsmigrant zich op het verblijfsadres inschrijven. Wat het gemeentelijk beleid hierin is, is hiervoor van ondergeschikt belang. De toeristenbelasting dient als vangnet in geval de inschrijving in de BRP uitblijft.”

Ook Simone Nederend, woordvoerder van de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) is bekend met het heffen van toeristenbelasting door gemeenten. “Er wordt door diverse gemeenten op logieslocaties, die specifiek bedoeld zijn voor het huisvesten van arbeidsmigranten, toeristenbelasting geheven. Dat is niet wenselijk en daar niet voor bedoeld. Arbeidsmigranten werken en leveren daarmee een waardevolle bijdrage aan de samenleving.” De ABU hanteert sinds januari dit jaar de Fair Employment Code Arbeidsmigranten. In de code staat dat: “leden gemeenten verzoeken om inschrijvingen in de BRP op de huisvestingslocatie van de arbeidsmigrant mogelijk te maken.” Toch zijn er gemeenten die dit weigeren. “Soms is het simpelweg niet mogelijk. En bij sommige gemeenten past het niet in hun beleid”, zegt Nederend.

Ze benadrukt het gezamenlijke belang van correcte registratie en de medewerking daarvoor van alle partijen die te maken hebben met arbeidsmigranten. Om dit proces goed te laten verlopen noemt Nederend het laagdrempeliger maken van inschrijving maar óók uitschrijving. “Laat er goed gekeken worden naar de digitale mogelijkheden hiervoor.”

Van der Heijden van Bureau Legitiem ziet de verblijfsomstandigheden van arbeidsmigranten langzaamaan verbeteren. “Er worden nog steeds onhoudbare situaties blootgelegd, maar over het algemeen zijn steeds meer werkgevers en bedrijven zich ervan bewust dat het geen tijdelijke situatie meer is. De komende jaren zal de vraag naar arbeidsmigranten toenemen en vormt een goede huisvesting een uitdaging.”

Koekoekspolder
In de gemeente Kampen zijn ze concreet op zoek naar oplossingen. Er wordt niet alleen ingezet op betere registratie. “Er zijn twee projecten gestart om huisvesting voor 240 arbeidsmigranten te realiseren”, licht projectleider Sueters toe. “Woningen worden hiervoor ingeruild en niet meer gebruikt voor arbeidsmigranten.” De aanvraag voor het project is bijna afgerond, daarna volgt een tweede participatietraject. “Het is erg belangrijk alle betrokken partijen hier goed bij te betrekken.”

De arbeidsmigranten in Kampen wonen vooralsnog veel in huizen of op plekken die niet bekend zijn bij de gemeente. Sueters: “De gemeente wil dit stroomlijnen in betere huisvesting, maar ook de uitzendbureaus en ondernemers willen dit.” Op twee locaties in de Koekoekspolder moeten er plekken voor arbeidsmigranten gerealiseerd worden, ieder met een eigen slaapkamer. “We willen graag dat migranten op de fiets naar hun werklocaties toe kunnen. Het werken en wonen moet kort bij elkaar liggen.”

De gemeente Kampen wil tevens een convenant afsluiten met ondernemers en uitzendbureaus. Daar willen ze onder andere in regelen dat werkgevers en huisvesters die meedoen in deze pilot arbeidsmigranten uit de bestaande woningen in het dorp halen, deze huizen verkopen en zodoende weer beschikbaar worden voor de eigen woningmarkt. Volgens Sueters kunnen arbeidsmigranten die hier voor een langere periode woonachtig zijn ook betrokken worden bij een integratietraject waar bijvoorbeeld ook sportclubs deel van uitmaken. “Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan onze economie. Het zijn gelijkwaardige burgers die we ook zo moeten behandelen.”

Sueters: “Als Kampen alleen kunnen we dit probleem niet oplossen en met deze pilot stopt ook niet alle illegale huisvesting. Maar we hebben een begin en kunnen excessen proberen tegen te gaan.” Volgens Sueters is het zinvol dat gemeenten met elkaar om tafel gaan en dat de provincie hier het voortouw in neemt. “Er zijn al initiatieven, laten we leren van elkaar.”

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Dit artikel is ook te lezen op Small Stream Media 

Deel dit artikel