VERBLIJFSPLAATS VAN DUIZENDEN ARBEIDSMIGRANTEN IN OVERIJSSEL ONBEKEND
Foto van Sharon Ponsteen

Sharon Ponsteen

Verblijfplaats van duizenden arbeidsmigranten in Overijssel onbekend

Arbeidsmigranten vormen een structureel onderdeel van de Nederlandse economie en maatschappij. Dat geldt ook in de provincie Overijssel. Sinds 2010 is het aantal werkzame arbeidsmigranten in Overijssel verdubbeld naar 15.600 in 2017. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Huisvesting arbeidsmigranten Overijssel’ in opdracht van de Provincie. Door gebrekkige registratie is het onbekend hoeveel arbeidsmigranten er daadwerkelijk in Nederland zijn en waar zij wonen. Arbeidsmigranten kunnen dus overal zitten, maar ook zomaar verdwijnen.

De Provincie Overijssel heeft in 2020 een onderzoek laten uitvoeren naar de huisvesting van arbeidsmigranten in Overijssel. Dit op verzoek van een aantal gemeenten en WoON Twente, de koepel van woningcorporaties, die behoefte hadden aan meer inzicht in dit thema. Uit dat onderzoek blijkt dat er naar schatting een kleine 20.000 arbeidsmigranten in Overijssel een woonplek hebben gevonden. Exacte cijfers ontbreken, omdat niet alle arbeidsmigranten geregistreerd staan in de gemeente waar zij verblijven. Uit de registratie blijkt dat er in 2017 in Overijssel 10.700 arbeidsmigranten gehuisvest waren. Maar waar de duizenden niet geregistreerde arbeidsmigranten wonen is onbekend.

Er zijn verschillende oorzaken waarom mensen niet met hun feitelijke verblijfsadres geregistreerd staan in het BRP (Basisregistratie Personen). Als iemand korter dan vier maanden in Nederland is om te werken, is een inschrijving bij het RNI (Register Niet Ingezetenen) voldoende. Een arbeidsmigrant krijgt een BSN-nummer dat nodig is om hier te werken, maar er wordt geen verblijfsadres of andere contactgegevens vastgelegd in de BRP. Daarnaast weten arbeidsmigranten vaak niet dat zij zich moeten registreren en is er de angst voor verlies aan opgebouwde sociale rechten in land van herkomst. De schattingen omtrent de registratiegraad lopen uiteen, maar de werkelijke omvang van de groep arbeidsmigranten is groter dan in de BRP is vastgelegd.

Arbeidsmigranten vinden tot nu toe een plek in Overijssel, maar die is niet altijd van gezonde kwaliteit, zo is in het rapport te lezen. Een van de aanbevelingen in het rapport luidt om de huisvestingsopgave niet te beperken tot gemeenteniveau, maar regionaal aan te pakken omdat dit over de gemeentegrenzen heen gaat. “Onze rol is bescheiden in dit dossier, maar het thema heeft een plek gekregen in de regionale woonagenda’s die bijna zijn afgerond”, laat Simon Dirk Terpstra, woordvoerder van Gedeputeerde Staten weten. “Een aantal gemeenten heeft de input van het rapport gebruikt voor het ontwikkelen van gemeentelijk beleid ten aanzien van arbeidsmigranten.”

VERBLIJFSPLAATS VAN DUIZENDEN ARBEIDSMIGRANTEN IN OVERIJSSEL ONBEKEND

Eerder dit jaar stelde het kabinet het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten aan om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten in Nederland te verbeteren. Het Aanjaagteam richt zich voornamelijk op arbeidsmigranten die laag of ongeschoold werk verrichten. Deze groep is vaak niet zelfredzaam, spreken de Nederlandse taal niet en hebben geen netwerk waar ze op terug kunnen vallen. Ze zijn sterk afhankelijk van hun werkgever, al dan niet een uitzendbureau. Die afhankelijkheid gaat verder dan werk en speelt ook ten aanzien van huisvesting en zorgverzekering. Zo is te lezen in het rapport van het Aanjaagteam.

Verlies van werk betekent in veel gevallen ook verlies van huisvesting en zorg. Dat moet anders, vindt het Aanjaagteam. Ook Grazyna Bober-Bruijn deelt die mening. Zij werkte jarenlang bij een Twents uitzendbureau voor Oost-Europese arbeidskrachten. Nu maakt ze artikelen en podcasts om Polen wegwijs te maken in de Nederlandse cultuur en wet- en regelgeving. “Hiermee wil ik een concrete oplossing bieden voor hun zorg.”

Het verkrijgen van een burgerservicenummer, je inschrijven bij een gemeente of een afspraak maken bij een huisarts. Voor een arbeidsmigrant is het regelen van dit soort zaken niet altijd eenvoudig. Ze zijn hiervoor vaak afhankelijk van een werkgever, in veel gevallen een uitzendbureau. Die regelt meestal ook de huisvesting en zorgverzekering en trekt dat af van het loon van de arbeidsmigrant. “Dat hoeft helemaal niet verkeerd te zijn, maar arbeidsmigranten moeten wel juist geïnformeerd worden”, vindt Grazyna Bober-Bruijn.

De grote afhankelijkheid richting de werkgever kan leiden tot uitbuiting. Veel werkgevers gaan goed om met arbeidsmigranten, maar er zijn ook werkgevers die bewust misbruik maken van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten. Zo stelt het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.

Uit het onderzoek ‘Huisvesting arbeidsmigranten Overijssel‘ van de Provincie Overijssel in 2020 blijkt dat veel werkgevers niet weten waar hun tijdelijke medewerkers gehuisvest zijn. Dat komt omdat dit vaak door de uitzendbureaus die zij inschakelen wordt geregeld. Niet meer dan de helft, zo’n 45 tot 55 procent, van de arbeidsmigranten registreert zich bij de gemeente waar zij verblijven. Door deze gebrekkige registratie zijn arbeidsmigranten soms onvindbaar. Ze kunnen overal zitten, maar ook zomaar verdwijnen.

Wat wel bekend is, is dat sinds 2010 met name het aantal Poolse arbeidsmigranten in Overijssel sterk is toegenomen. De belangrijkste woongemeenten voor arbeidsmigranten in Overijssel zijn Enschede, Deventer, Zwolle, Almelo en Hengelo. Zo’n zestig procent van de geregistreerde arbeidsmigranten woont in een van deze gemeenten in de regio Twente. Grazyna Bober-Bruijn is zelf van Poolse komaf en werkte vijftien jaar lang voor een Twents uitzendbureau voor Oost-Europese arbeidsmigranten.

Top 10 nationaliteiten arbeidsmigranten

Zeventien jaar geleden verruilt Grazyna Polen voor Twente. “Voor de liefde.” Ze wordt getipt op de functie bij het uitzendbureau. “Als net afgestudeerde kunst- en filosofiestudent niet meteen een baan waar je aan denkt.” Toch werkt ze jarenlang voor het bureau dat onder andere Poolse flexkrachten uitzendt. Ze begint als ‘manusje van alles’, maar wordt uiteindelijk verantwoordelijk voor de controle en het onderhoud van de huisvesting van het personeel. “Prachtig werk vond ik dat. We hadden zo’n 200 tot 250 Poolse flexkrachten, geen grote getallen binnen de uitzendbranche, maar daardoor konden we wel een band met ze opbouwen. Ze voelden als collega’s, sommigen van ons werden ook uitgenodigd voor bruiloften in Polen. Omdat het veelal flexkrachten waren die hier voor langere tijd verbleven, leerde je de mensen goed kennen en wist je wat er speelde. Juist die verbinding is heel belangrijk, maar dat is helaas niet overal zo.”

Begin dit jaar besluit ze haar baan op te zeggen. “Het was na vijftien jaar mooi geweest. Het is nooit rustig. De verantwoordelijkheid is enorm. Niet alleen voor de opdrachtgever, maar ook de gezondheid van de flexwerkers, het transport en de huizen. Ik was 24/7 bezig, dat wilde ik niet meer.” Met haar website Werkze.pl voorziet ze Poolse arbeidsmigranten nu van informatie en biedt ze oplossingen voor hun zorg.
Op haar website deelt ze alle kennis en ervaring die ze de afgelopen jaren heeft opgedaan. “Arbeidsmigranten zijn voor informatie vaak afhankelijk van een werkgever, weten niet waar ze moeten zoeken of vinden verkeerde informatie. Je ziet bijvoorbeeld discussies op facebook waar onjuiste informatie wordt verstrekt. Ik heb me erover verbaasd dat er geen verzamelplek bestaat waar alle relevante informatie te vinden is.”

Met haar website wil ze daar verandering in brengen. In de artikelen en podcasts behandelt ze onderwerpen die van belang zijn voor Polen die naar Nederland komen om te werken. “Praktische informatie over inschrijven in een gemeente, uitleg over de zorgverzekering en bijvoorbeeld de CAO. Maar ook hoe je zelf huisvesting kunt regelen.” In veel gevallen regelt de werkgever de huisvesting en zorgverzekering en trekt dat af van het loon van de arbeidsmigrant. Grazyna: “Dat hoeft helemaal niet verkeerd te zijn. Veel Polen willen juist graag eerst huisvesting via de werkgever, maar de trend is dat ze na vijf of zes maanden zelf wat willen huren. Zo kunnen ze bepalen waar ze wonen en met wie.” Op haar website legt Grazyna uit dat je als arbeidsmigrant niet per se een zorgverzekering of huisvesting via de werkgever hoeft af te nemen en licht ze toe hoe je dat zelf kunt regelen.

“Als een uitzendbureau de zorgverzekering regelt, is dat een basisverzekering. Poolse flexwerkers snappen niet dat aanvullende zorg zoals fysiotherapie zelf vergoed moet worden.” Dat moet beter uitgelegd worden, vindt Grazyna. “Voor een Poolse flexkracht is een ziekteprocedure hier sowieso best lastig. Met name langdurig verzuim is moeilijk. Trajecten via een Arboarts en het UWV verlopen vaak moeizaam. Soms zit het ziek zijn in conflicten op het werk. Daar probeer je dan een oplossing voor te vinden. Is de persoon lijfelijk ziek, dan moet er een afspraak worden gemaakt bij de huisarts.” Maar ook dat blijkt in de praktijk nog niet zo eenvoudig.

“Als uitzendbureau ben je geen klant bij een huisarts, maar ons uitzendbureau had met een aantal huisartsenpraktijken de afspraak dat ze konden bellen als er iets was. Alleen stonden de flexkrachten soms gewoon bij een huisartsenpraktijk aan de balie. Of gingen ze naar een ziekenhuis en eisten ze een röntgenfoto. In Polen kan dat, maar het medische systeem zit hier heel anders in elkaar. Het is heel belangrijk om dat uit te leggen,” aldus Grazyna.

Gecertificeerde uitzendbureaus
Naast de praktische informatie wordt op haar website ook het cultuurverschil besproken. Tevens worden er iedere dag vacatures geplaatst van gecertificeerde bureaus. “Dat betekent dat de vacatures komen van uitzendbureaus die twee keer per jaar gecontroleerd worden en waarvan het aanbod veilig is voor buitenlandse uitzendkrachten. Die vacatures zijn nu verspreid over het internet. Door ze te bundelen en te presenteren op één site wordt het voor een Poolse flexwerker makkelijker om een eerlijke baan te vinden.” Een concrete oplossing voor hun zorg, noemt Grazyna het. “Ze hoeven zich geen zorgen te maken of het uitzendbureau waar ze werken wel bonafide is en of ze wel genoeg betaald krijgen.”

Bedrijfssectoren van arbeidsmigranten

Ze pleit, net als het Aanjaagteam, voor een verplicht certificeringsstelsel voor uitzendbureaus. “Het uitzendbureau wordt dan periodiek gecontroleerd. Dat zijn pittige controles.” Van de 14.000 uitzendbureaus in Nederland zijn slechts 4.794 bureaus gecertificeerd volgens het keurmerk Stichting Normering van Arbeid. “Bureaus die niet aan die strikte normen voldoen, lijken ogenschijnlijk met kwalijke zaken weg te kunnen komen.” De Inspectie SZW kan op dit moment met de interventies slechts één procent van de sector bereiken, waardoor de pakkans bij misstanden klein is.

Volgens Grazyna heerst er een algemeen beeld dat Nederlanders de Poolse arbeidsmigranten uitbuiten. “Dat is niet zo. Ze doen hier soms werk in de productie dat niet altijd onder de leukste omstandigheden plaatsvindt en werken in de bouw, tuinbouw en andere plekken wat zwaar werk is, maar je moet niet vergeten dat ze dit zelf willen. Ze vinden het niet erg om lange dagen te maken, want als ze thuiskomen in een woning in Nederland zitten ze bij mensen die ze niet zo goed kennen. Ze willen dus juist graag doorwerken. De meeste Polen voelen zich daarnaast ook erg verantwoordelijk voor een project, hebben een goede arbeidsethos. Dat mag overigens natuurlijk geen reden zijn om ze buitensporig lang te laten werken of daar op wat voor manier dan ook misbruik van te maken.“

Polen zijn inmiddels geëmancipeerder omdat ze hier al langere tijd werkzaam zijn, zegt Grazyna. “Tot zo’n vijf tot zeven jaar geleden bleven uitzendkrachten waar ze zaten, maar als ze nu niet tevreden zijn gaan ze weg. Voor Roemenen en Bulgaren ligt dat anders. Zij konden pas later gebruik maken van het vrije werkverkeer in de EU, hebben daarmee een achterstand op de Polen en zijn nog wat kwetsbaarder.”
Maar Poolse arbeidsmigranten blijven hier komen, meent Grazyna. “Dat zijn niet alleen maar mensen uit dorpen en kleine steden waar geen werk is of waar er slecht betaald wordt. Ook opgeleide jongeren en vakmensen komen hier naartoe. Ze zijn hier nodig om het tekort aan mankracht op te vangen.” Volgens het onderzoek van Provincie Overijssel is goede huisvesting een belangrijke concurrentievoorwaarde om arbeidsmigranten aan te trekken en daarmee ook goed personeel voor het regionale bedrijfsleven te kunnen garanderen.

Betere registratie van arbeidsmigranten en huisvestinglocaties is daarbij noodzakelijk zodat eventuele misstanden sneller in beeld zijn. Een van de aanbevelingen uit het onderzoek in opdracht van de Provincie Overijssel is dan ook een extra stevige inzet op een striktere registratie. Volgens woordvoerder Terpstra van Gedeputeerde Staten is dit echter een gemeentelijke verantwoordelijkheid waar de provincie verder geen rol in heeft.

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Dit artikel is ook te lezen op Small Stream Media 

Deel dit artikel